Toelage personeel achterstandsscholen zorgt voor scheve ogen
Onder schoolteams op achterstandsscholen is er draagvlak voor de brutotoeslag die zij krijgen bij hun salaris: de arbeidsmarkttoelage. Dat geldt ook voor het feit dat deze structureel wordt. Op scholen zonder toelage is er ‘ongemak’ en ‘ongenoegen’ over deze bonus. “Het blijft een arbitraire regeling”, zegt AOb-bestuurder Thijs Roovers.
De arbeidsmarkttoelage is onderzocht door het Arbeidsmarktplatform primair onderwijs, een organisatie waarin de AOb in samenwerkt met andere bonden en werkgeversorganisatie de PO-raad. Het platform verzamelde ervaringen van schoolleiders, leraren en bestuurders op scholen waar het personeel wel een toelage ontvangt en scholen waar dat niet gebeurt.
Aantrekkelijker
De arbeidsmarkttoelage was onderdeel van het Nationaal Programma Onderwijs en is ingevoerd door voormalig onderwijsminister Arie Slob. Het was aanvankelijk een tijdelijke regeling, voor de schooljaren: 2021/2022 en 2022/2023 met een budget van 375 miljoen euro. Doel was om onderwijspersoneel op scholen waar leerlingen kampen met de grootste leerachterstanden beter te belonen door zo’n 5 tot 8 procent meer maandsalaris te realiseren, zodat het werken daar aantrekkelijker werd. Deze scholen hebben immers meer moeite om personeel te vinden.
Doel was om onderwijspersoneel op scholen waar leerlingen kampen met de grootste leerachterstanden beter te belonen
Werktevredenheid
Werknemers op de 15 procent van de scholen waar het risico op leerachterstanden het grootst is ontvangen de toelage en zij zijn hierover positief. ‘Er bestaat breed draagvlak’, schrijven de onderzoekers. De meeste geïnterviewden vinden dat het werk op hun school zwaarder en veeleisender is. De bonus wordt nu omgezet in een structurele toelage en daarover is een meerderheid positief: 85 procent van de schoolleiders en 80 procent van het overig personeel. Volgens een ruime meerderheid draagt de arbeidsmarkttoelage ook bij aan werktevredenheid, een belangrijke reden om ergens te blijven werken.
Toch is er wrevel onder deze groep. Zij vinden namelijk dat het ministerie een te scherpe grens en hoge score gebruikt om te bepalen wie er in aanmerking komt voor een bonus. ‘Ongeveer een derde van het personeel en de schoolleiders is hierover (zeer) negatief’, zien de onderzoekers. Een schoolleider zegt: ‘Wij krijgen de arbeidsmarkttoelage net niet (...). Dat is wrang. Mijn collega’s hebben wel een beetje meewarig naar ons gekeken. Die vonden het vreemd dat wij de arbeidsmarkttoelage niet kregen terwijl we eigenlijk zeer vergelijkbare problemen hebben.’
Mijn collega’s hebben wel een beetje meewarig naar ons gekeken. Die vonden het vreemd dat wij de arbeidsmarkttoelage niet kregen terwijl we eigenlijk zeer vergelijkbare problemen hebben
Oneerlijk
Medewerkers op de scholen die geen toelage ontvangen, 85 procent van de scholen in Nederland, vinden de bonus vaker onrechtvaardig en oneerlijk. ‘Het draagvlak is op deze scholen aanzienlijk minder’, staat in het rapport. Ook schoolleiders daar vinden het lastig om de regeling goed uit te leggen aan het personeel. In het onderwijs is het ongebruikelijk om ongelijk te belonen. Zo blijkt dat veel geïnterviewden principieel zijn: alle leraren doen hetzelfde werk. Medewerkers zonder toelage vinden dat zij op hun school ook problemen hebben, zij het andere soortige. Een ander argument is dat scholen met een uitdagende doelgroep nu al vaak extra ondersteuning krijgen om kleine klassen in te zetten.
De onderzoekers vinden dat het ministerie in het beleid te weinig duidelijk heeft gemaakt waarom het werk op achterstandsscholen minder aantrekkelijk is. ‘De arbeidsmarkttoelage heeft slechts oog voor alleen het financiële aspect van het arbeidsmarktgedrag van leraren', vinden de onderzoekers. 'De samenhang met andere maatregelen is onduidelijk.'
Niet tot zijn recht komen
“Het is een tijdelijke regeling die zo de markt in is gegooid met een maakbaarheidsidee", zegt AOb-bestuurder Roovers. “Wij waren kritisch vanaf het begin en noemden het één van de vele ‘Sloblossingen’ van de minister. (Een oplossing die niks oplost red.) Op de manier waarop hij is opgesteld komt de regeling volgens Roovers niet tot zijn recht. “Het geeft scheve ogen en er had beter over nagedacht moeten worden. Het is echt een voorbeeld van iets wat van bovenaf is opgelegd zonder eerst eens te vragen waar nu behoefte aan is.”
Het is echt een voorbeeld van iets wat van bovenaf is opgelegd zonder eerst eens te vragen waar nu behoefte aan is
Dat gaan bonden en werkgeversorganisaties nu wel doen. “Wij erkennen de problematiek, er moet echt iets gebeuren op scholen met grote leerachterstanden.” De AOb-bestuurder buigt zich dan ook samen met cao-partners over de toelage die in de cao-po is opgenomen omdat het vanaf dit schooljaar om structureel geld gaat. “Hoe een nieuwe regeling eruit komt te zien kan ik niet zeggen, maar dat het anders dan nu is weten we wel.” De AOb pleit al een tijdlang voor een deltaplan waarin structurele oplossingen zitten waar het onderwijspersoneel zelf over heeft kunnen besluiten en meedenken.
Effect
Bij de effectiviteit van de regeling zetten verschillende doelgroepen vraagtekens. Ook het CPB komt hierover nog met een onderzoek dit najaar. Schoolleiders zijn positiever dan leraren. De meeste bestuurders, hr-medewerkers en schoolleiders geven in de interviews aan dat ze niet veel verandering zien bij het aantrekken van nieuwe medewerkers. ‘Maar dit kan te maken hebben met de terughoudendheid om de toelage te gebruiken bij de werving, ook om sollicitaties vanuit financiële motieven aan te moedigen’, schrijven de onderzoekers. Bovendien was de toelage eerst als een tijdelijke regeling bedoeld. ‘Ik denk wel te zien dat de arbeidsmarkttoelage helpt te voorkomen dat mensen weggaan', zegt een schoolleider van een toelageschool in het rapport. 'Dat zit hem met name in dat stukje waardering. Je kunt bij ons veel betekenen, je bent van meerwaarde, en dat geeft een goed gevoel, maar als je allemaal extra dingen moet doen zonder dat daar waardering of beloning tegenover staat, trek je er denk ik eerder de stekker uit’.
Uitdaging
Onderzoekers namen ook de invoering onder de loep. Bij meerdere bestuurders zorgt de arbeidsmarkttoelage voor hoofdbrekens. Dat is ook te zien in hoe het geld soms is verdeeld. ‘We zien schoolbesturen die een eenmalige financiële compensatie hebben ingesteld voor de scholen die geen toelage ontvangen om het gevoel van onrechtvaardigheid te compenseren.’ Ook zijn er besturen die de toelage van één school over alle scholen binnen het bestuur hebben verdeeld.’
AOb-medewerker Marcel Koning: “In de toelichting van de regeling wordt verwezen naar de cao-po waarin staat dat de PGMR instemt met beloningsbeleid, dit is de medezeggenschapsraad van een heel schoolbestuur, dus niet op vestigingsniveau. Zo kan het gebeuren dat scholen voor wie de toelage niet is bedoeld, deze ontvangen als de PGMR ermee instemt.”
Desondanks geven de geïnterviewden aan dat de regeling vaak als voldongen feit is geaccepteerd. ‘We hebben het er als directeuren onderling met elkaar over gehad toen duidelijk werd wie wel, wie niet', aldus een schoolleider die een toelageschool en een niet-toelageschool onder zich heeft. 'We merkten ook vrij snel dat het bij ons niet veel stof deed opwaaien. Toen was het van: dit zijn de richtlijnen en die gaan we gewoon volgen’, De onderzoekers schrijven dat het niet de bedoeling was dat het geld ging naar personeel dat niet door OCW is aangemerkt, maar dat er ook interpretatieruimte zit in de regelgeving.