Alle

AOb-voorzitter: "Niet ieder bonnetje naar de Hoftoren, maar geld uitgeven moet minder vrijblijvend"

De AOb pleit al jaren voor meer toezicht op de onderwijsbekostiging: strakkere verantwoording van de uitgaven, oormerking van middelen met een specifiek doel. Op het Binnenhof was het lange tijd onbespreekbaar, maar die houding is aan het veranderen. "Als je de kiezer drieduizend jonge docenten belooft en ze komen niet omdat scholen het geld aan iets anders uitgeven, sta je als politicus toch een beetje met de mond vol tanden." Zegt AOb voorzitter Liesbeth Verheggen in een interview.

Tekst Thijs den Otter - Persvoorlichter - - 4 Minuten om te lezen

De AOb stelt bij iedere gelegenheid de lumpsum, de onderwijsfinanciering, ter discussie. In de afgelopen maanden kwamen we je tegen bij Nieuwsuur over de conciërges van D66 die niet kwamen en het geld voor passend onderwijs dat op de plank bleef liggen. Bij De Correspondent ging de lumpsum met toelichtingen van de bond op de pijnbank. Is deze notitie dan niet meer van hetzelfde?

Verheggen: "Al jaren wijzen we op de problemen die ontstaan doordat schoolbesturen op dit moment te weinig verantwoording afleggen voor hun uitgaven: ze krijgen een zak met geld van de overheid en moeten daarvoor onderwijs geven. De AOb stelt dat probleem steeds weer aan de kaak. Probleem daarbij is dat vooral de schrijnende voorbeelden blijven hangen. Dat is begrijpelijk, maar we hebben ook tal van suggesties om er iets aan te doen. Dat verhaal hebben we op een rijtje gezet voor met name de Tweede Kamer. Omdat we graag onze leden op de hoogte houden van wat we doen, hebben we daarnaast een publieksversie gemaakt."

Waarom nu?

"Simpel: er is volgende week een debat in de Tweede Kamer over onderwijsbekostiging. Zoals iedere belangenbehartiger maken we in de aanloop naar zo’n debat kenbaar hoe wij er vanuit het onderwijspersoneel naar kijken. In dit geval is het ondanks ons continue mediaoffensief noodzakelijk omdat Kamerleden het moeilijk vinden om het gegeven vertrouwen terug te pakken. Maar het is wel nodig."

Want?

"Er gingen de laatste jaren op alle fronten dingen mis. Allereerst de zogenaamde lumpsum zelf: omdat er vanuit het ministerie van Onderwijs geen schot meer wordt geplaatst tussen personeelsbudget en overige budgetten, worden de toegenomen energiekosten verhaald op het personeel.''

Anders gezegd: er wordt gekozen tussen grotere klassen of de verwarming twee graden hoger. Bezuinig je op personeel, dan komt de kwaliteit van het onderwijs in de verdrukking.

Er blijft ook geld liggen.

"Bijvoorbeeld de middelen die beschikbaar worden gesteld aan samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs: op veel plekken eindigen enorm happen uit dat budget als ‘reserve’ op de spaarrekening. Samenwerkingsverbanden bestaan uit scholen die zelf ook al forse reserves aanleggen. Nu is een appeltje voor de dorst prima, maar wat moet zoveel belastinggeld dat is bedoeld voor het verzorgen van onderwijs op de bank? Je zou haast denken dat we genoeg ondersteuning hebben. Was het maar waar. Dat brengt mij meteen op het derde punt: politici hebben de afgelopen jaren geld vrij gemaakt voor ondersteuners – conciërges op de basisschool – en drieduizend startende leraren. Alleen hoefden schoolbesturen niet te verantwoorden dat het geld ook daaraan werd besteed, met als gevolg dat het budget verdween op de grote hoop en niet te achterhalen is of het daar ook aan is uitgegeven. Wij vinden: als de Kamer zegt dat geld naar conciërges moet, dan moet het geld ook naar conciërges. Het is ook niet uit te leggen aan je kiezers als zo’n toezegging niet meer is dan een PR-dingetje.’

Maar dat zijn de voorbeelden.

"Klopt. En de AOb heeft tal van oplossingen waarmee je niet in een situatie komt waarbij een schoolbestuur elk bonnetje moet verantwoorden in de Hoftoren en er tegelijkertijd toch meer controle op de uitgaven is. Om te beginnen moet er weer een scheiding komen tussen middelen voor personeel en middelen voor materieel. Dat maakt besturen kostenbewuster als het gaat om energieverbruik. En dwingt de overheid tot een actuelere berekening van dat soort kwesties. De middelen die OCW hiervoor berekent, waren al nauwelijks toereikend toen klaslokalen nog werden uitgerust met een krijtbord."

En verder?

"Er moet een richtlijn komen waarin wordt vastgelegd dat onderwijsgeld is bedoeld voor het geven van onderwijs. Het overgrote deel van het beschikbare budget moet naar de klas: naar leraren, ondersteuners. Naar lesmateriaal. Niet naar overhead. Kom met een duidelijke definitie van wat in het onderwijs wordt verstaan onder overhead. En leg een maximumpercentage vast dat daaraan mag worden besteed. Daar mag van worden afgeweken, maar alleen met toestemming van de medezeggenschapsraad, dat instemmingsrecht moet krijgen op de hele begroting. En daarnaast moet OCW niet langer toestaan dat geld voor jonge leraren wordt uitgegeven aan een lekkend dak. Dat soort plannen moeten met geoormerkt geld richting schoolbesturen."

Geen nieuws dus.

"Maar wel belangrijk. We vragen om miljarden euro's extra omdat de onderwijsarbeidsmarkt op instorten staat. Dan is het ook zaak dat we als samenleving zeker weten dat het geld terecht komt op de plek waar het is bedoeld. Dat besef dringt op steeds meer plekken in de Kamer door, maar ik weet dat verschillende politici niet goed weten aan welke knoppen ze moeten draaien. De VVD heeft in de aanloop naar de verkiezingen gezegd dat ze nog eens willen nadenken over de vraag of onderwijsgeld efficiënter kan worden besteed en heeft eerder al in moties aangegeven dat er gezocht moet worden naar alternatieven in de bekostiging. Dat leidde tot dusver tot pas één debat en daarna werd het stil. Onze plannen komen de grootste partij in ons land tegemoet. Maar dan hebben we wel de zegen van de Kamer nodig."

Lees het hele AOb-plan voor de bekostiging in het onderwijs 'Lumpsum 2.0' via deze link. De AOb stuurde de afgelopen jaren al verschillende brieven aan de Tweede Kamer over dit onderwerp. De brieven vind je hier>>