AOb: ‘OMT stelt onhaalbare voorwaarde aan veilig openen voortgezet onderwijs’
Scholen voor voortgezet onderwijs kunnen niet voldoen aan de belangrijkste veiligheidseis van het OMT: het twee keer per week testen van alle leerlingen. “De verdere opening van het voortgezet onderwijs lijkt me daardoor praktisch onmogelijk”, zegt AOb-bestuurder Henrik de Moel.
Het kabinet besloot afgelopen weekeinde dat de scholen voor voortgezet onderwijs verder kunnen worden geopend. De anderhalve meter afstand tussen leerlingen kan worden losgelaten, waardoor alle leerlingen weer tegelijk naar school kunnen komen. Volgens het kabinet zouden alle scholen tussen 31 mei en uiterlijk 7 juni weer volledig moeten zijn geopend.
Het OMT-advies waarop de beslissing van het kabinet is gebaseerd, kwam later dit weekeinde beschikbaar. “Het blijkt dat het OMT klip-en-klaar heeft gesteld dat verdere opening van het onderwijs alleen verantwoord is als alle leerlingen twee keer per week een zelftest uitvoeren”, vertelt AOb-bestuurder Henrik de Moel. “Dat lijkt mij in de praktijk onwerkbaar. Uit ervaringen in het hoger onderwijs blijken zelftesten niet erg populair onder jongeren. Bovendien is het voor een school oncontroleerbaar of leerlingen inderdaad twee keer per week zo’n zelftest uitvoeren.”
Het is vrijwel zeker dat er meer leraren besmet zullen raken
Het OMT waarschuwt in het advies dat het loslaten van de anderhalvemeter-maatregel tot meer besmettingen kan leiden. Onder jongeren, maar ook onder hun ouders en docenten. Het aantal besmettingen kan volgens het OMT ‘bijna volledig worden gereduceerd’ door een actief testbeleid van twee keer per week. ‘Het OMT is van mening dat verdere opening van het voortgezet onderwijs alléén kan worden doorgevoerd als alle leerlingen twee keer per week onder begeleiding een zelftest uitvoeren’, meldt het advies.
Quarantaine
Leerlingen die positief getest worden, moeten van het OMT onmiddellijk in quarantaine. ‘Onder deze voorwaarden wordt het risico voor leraren om besmet te raken niet groter geacht dan onder de huidige omstandigheden.’
Die voorwaarde is echter dus praktisch onuitvoerbaar, zegt De Moel. "En daardoor is het vrijwel zeker dat er bij de verdere opening van het voortgezet onderwijs meer leraren besmet zullen raken dan onder de huidige omstandigheden, waarin leerlingen nog anderhalve meter tussenruimte houden." En een covid-besmetting kan - het OMT benadrukt het nog maar eens - leiden tot ‘ernstige ziekte of ziekenhuisopname’ en ‘langdurige klachten die soms zeer beperkend en zelfs invaliderend van aard kunnen zijn'.
Arbo
De Moel wijst er verder op dat de werkgevers - oftewel de schoolbesturen - volgens de Arbo-wetgeving verantwoordelijk zijn voor een veilige en gezonde werkplek. "Dat is onder deze praktisch onuitvoerbare voorwaarde niet het geval.”
De definitieve oplossing van het probleem is volgens De Moel het met voorrang vaccineren van leraren. Volgens het OMT is dat op dit moment echter geen haalbare kaart meer. ‘Het organiseren en uitvoeren van een vaccinatiecampagne, inclusief de opbouw van immuniteit na de vaccinatie, kan niet meer in de resterende schoolperiode gerealiseerd worden.’
“Maar in de pers riep OMT-lid Diederik Gommers afgelopen weekeinde toch op om leraren met voorrang te vaccineren”, zegt De Moel. “En daar hameren wij als AOb al vele maanden op. Als het kabinet dit had opgepakt, zaten we nu niet in deze discussie. Dan kon iedereen weer veilig naar school: de leerlingen én de leraren.”
Check ook onze veelgestelde vragen over de scholenopening in het voortgezet onderwijs.