Alle

‘Nieuw kabinet moet onderwijsbaan aantrekkelijker maken’

Een nieuw kabinet moet fors investeren in het onderwijs om te zorgen dat er voldoende leraren voor de klas blijven staan. Om het beroep aantrekkelijker te maken is een vermindering van de werkdruk en een beter salaris hard nodig.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

img15

Beeld typetank

Dat schrijft AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen aan informateur Edith Schippers die bezig is een nieuw kabinet te formeren. De AOb stuurde onlangs alle lijsttrekkers van de politieke partijen een brief om de onderwijstandpunten nogmaals te belichten.

 

Spilfunctie

‘De AOb verwacht veel van een nieuwe coalitie, ongeacht de samenstelling’, schrijft Verheggen. ‘Onderwijspersoneel heeft een spilfunctie in de samenleving.’ Op dit moment wordt er teveel van leraren en onderwijsondersteuners gevraagd en dat heeft invloed op de onderwijskwaliteit. De werkdruk in het onderwijs is te hoog en het salaris blijft achter.

De AOb berekende dat er 2,3 miljard euro extra nodig is om de werkdruk terug te brengen. Voor een beter salaris is een investering nodig van 3,6 miljard euro.

Nood

Verheggen benadrukt dat de nood in alle onderwijssectoren hoog is. Kleinere klassen en minder lesuren zijn in het voortgezet onderwijs nodig. Maar dat is lastig met een lerarentekort van duizend fte. In het middelbaar beroepsonderwijs werken vooral oudere collega’s die binnenkort met pensioen zullen gaan en in het hoger onderwijs zijn tijdelijke contracten een probleem.

Op basisscholen loopt het lerarentekort op tot vierduizend docenten. Ook in deze sector nam de werkdruk toe door de invoering van passend onderwijs waardoor het lesgeven complexer werd. In het primair onderwijs speelt ook dat het salaris aanzienlijk lager is dan voor een leraar uit het voortgezet onderwijs. Dat moet worden gelijkgetrokken. ‘De AOb raamt de kosten op 500 miljoen euro’, schrijft Verheggen. De AOb noemde dit punt al eerder in het Salarisstappenplan.

Wegkijken

‘Het onderwijs moet tijdens de onderhandelingen voor een nieuw kabinet veel aandacht krijgen. Dat zeg ik namens de achterban van de AOb, maar ook in het landsbelang. De sector staat onder druk en Nederland kan niet permitteren ervan weg te kijken.’