Alle

AOb-leesclub: nog klein, maar al wel fijn

De AOb wil meer zijn dan een ‘wegenwacht’ voor leden. “We zijn ook een beroepsorganisatie die zich sterk maakt voor de ontwikkeling van het vak en onderwijskwaliteit”, vertelt Brigit Linssen, initiatiefnemer van de AOb-leesclub.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

Brigit Linssen AOb-medewerker

Beeld: Angeliek de Jonge

Een leesclub? Het moet niet gekker worden.

“Hoezo gek? We hebben steeds meer activiteiten die zich richten op de ontwikkeling van het beroep en het onderwijs. Onze wetenschapscolleges bijvoorbeeld, die trekken honderden leden. Ook onze nieuwe crash courses voor invloedrijke leraren, lopen goed. De eerste bijeenkomsten van de leesclub trokken zes à zeven leden. Dat waren inspirerende gespreken. We streven naar maximaal zo’n twintig personen. Het is exclusief voor AOb-leden en natuurlijk bespreken we alleen onderwijsboeken.”

Gaat dat online?

“De eerste keer in het voorjaar was het live in Utrecht. De aanwezige leden lieten weten graag verder te willen, maar niet als het online zou gaan. Daar hebben mensen blijkbaar de buik van vol.”

Welk boek besprak je daar?

“Alleen voor de eerste keer had ik het boek uitgezocht. Dat was Flip the system van AOb-bestuurder Jelmer Evers. De auteur was zelf aanwezig. Het is ontzettend leuk, leerzaam en vooral inspirerend om zo’n boek te bespreken met collega’s van andere scholen en allerlei schoolsoorten. Met Jelmer erbij kreeg de bijeenkomst nog wat extra kleur.”

Dus voortaan altijd de auteur erbij?

“Dat niet. Op 17 januari is alweer de vierde editie. Dan gaan we het boek Niet voor de winst van Martha Nussbaum behandelen. Een manifest over de vereconomisering van het onderwijs. We kunnen toch moeilijk Nussbaum laten invliegen vanuit de VS om twee uurtjes met een handjevol AOb-leden te praten?”

Wie bepaalt de boekkeuze?

“Dat bepalen de aanwezigen samen. Ik stuur van tevoren een paar vragen rond aan de hand waarvan we het gesprek starten. Maar eigenlijk is dat niet nodig, het liep tot nog toe als vanzelf. Wat wel heel erg leuk is dat mensen ook bijvoorbeeld vanuit Haarlem of Deventer naar Utrecht komen. Ze hebben er wat voor over na hun werk. Telkens melden deelnemers dat ze, als dat maar enigszins mogelijk is, de volgende keer weer komen.”

Ik wist niet van het bestaan van deze leesclub. Dan is er best kans dat anderen het ook niet weten?

“We hadden elke aflevering een aankondiging in het Onderwijsblad. Dat ken je vast wel! Ook ging de aankondiging rond op Twitter, Linkedin en op Facebook. Bijna iedereen meldde zich echter nadat ze de advertentie hadden gezien in het Onderwijsblad. Dat we via dit artikel nu wat extra aandacht krijgen, helpt vast om wat meer leden te trekken.”

Wat schiet de AOb op met deze leesclub?

“We zijn, met ruim 80 duizend leden, ’s lands grootste club van onderwijsprofessionals. Elkaar kennen en gekend worden is dan een uitdaging, waarbij dit soort activiteiten helpen. Hoewel de leesclub er niet voor is bedoeld, horen we bij de leesclub soms ook wat waar de bond beleidsmatig op kan doorborduren. Dan zal ik het natuurlijk niet nalaten de juiste mensen binnen de AOb daarover te informeren.”

Aanmelden voor de leesclub kan via de agenda Naar de AOb-agenda