AOb-hoofdbestuurder Kim van Strien durft van zich af te bijten
Kim van Strien zit sinds een jaar in het hoofdbestuur van de Algemene Onderwijsbond. “We zoeken mensen die kunnen aanpakken, die daadkrachtig en sociaal zijn.”
Beeld: Fred van Diem
Je bent nu een jaar hoofdbestuurder voor de sector voortgezet onderwijs. Is dat leuk?
“Het blijkt nog leuker te zijn dan ik dacht. Ik wilde graag meer betekenen voor het onderwijs en voor mijn collega’s. Toen er vorig jaar een vacature in het hoofdbestuur kwam dacht ik: ik heb altijd zo’n grote mond, nu moet ik die woorden maar eens gaan omzetten in daden.”
Was het een zware selectie?
“Je moet je kandidaat stellen, een brief schijven en dan alle rayons langs om jezelf te presenteren. Wie ben je, wat wil je, wat wil je betekenen voor je sector? En dan word je uiteindelijk gekozen op de algemene vergadering. Of niet.”
Wel dus, in jouw geval.
“Er waren nog twee andere kandidaten voor deze vacature. En het leuke was dat ik een paar seconden niet durfde te geloven dat ik het was geworden. De uitslag van de stemming werd bekend gemaakt en ik dacht: betekent dit nu dat… betekent dit nu wat ik denk dat het betekent? Ja! Dat moment, dat je je realiseert dat er zoveel mensen vertrouwen in je hebben, was echt supertof. Maar daarna realiseer je je ook meteen dat je het moet gaan waarmaken.”
En hoe bevalt dat?
“Heel goed. Als hoofdbestuurder kom je bijvoorbeeld op allerlei plekken binnen en buiten de vereniging. Je denkt en praat overal mee. Je overlegt in de sectorraad met collega’s uit de praktijk, je gaat soms mee naar scholen om te horen wat er speelt of, bij acties, om flyers op te hangen. Maar als hoofdbestuurder voortgezet onderwijs kom ik bijvoorbeeld ook over de vloer bij het Landelijk Aktie Komitee Scholieren.”
Wat heeft je verrast aan het werk?
“Dat hele verenigingsgebeuren blijkt heel cool te zijn. Het is mooi dat zoveel mensen echt betrokken zijn bij de vakbond, dat ze bereid zijn er veel tijd en energie in te steken. Het is echt een hechte club.”
Vooral een club van witte oude mannen, toch?
“Echt niet, er zijn meer vrouwen dan mannen actief binnen de AOb. En de gemiddelde leeftijd ligt een stuk lager dan vroeger. Er mag alleen nog wel een kleurtje bij, want we zijn inderdaad nog vrij wit met z’n allen.”
Wat viel er tegen?
“Niets eigenlijk. Nou ja: soms duren vergaderingen te lang en denk je: dit gaat helemaal nergens over. Maar dat heb je op school ook wel eens.”
Kom je daar nog, trouwens?
“Natuurlijk, ik werk twee dagen per week voor de AOb en drie dagen als leraar Frans op een school in Katwijk.”
Er zijn nu diverse vacatures in het hoofdbestuur. Wat voor types zoekt de AOb?
“Mensen die kunnen aanpakken, die daadkrachtig en sociaal zijn. Je moet kunnen netwerken en durven zeggen wat je vindt. Je moet niet bang zijn om van je af te bijten.”
Oh?
“Nou ja, dat klinkt misschien wat zwaar, maar je zit met twintig mensen in één bestuur. Dan moet je durven en kunnen vertellen wat jij vindt, en waarom.”
Kun je het aanbevelen?
“Zeker, want het is afwisselend werk en je krijgt ook alle ruimte om je te specialiseren. Er zijn bestuursleden die zich hebben vastgebeten in bijvoorbeeld pensioenen of internationale zaken. Zelf heb ik me gestort op de discussies over de bevoegdheden van docenten en over de inhoud van het curriculum. Dat vind ik machtig interessant en daar heb ik ook wel een mening over.”
Je hebt twintig seconden voor een elevator pitch.
“Wil je iets betekenen voor je collega’s op de scholen en wil je deel uitmaken van een hele fijne club? Stel je dan kandidaat voor het hoofdbestuur, want het is een fantastische uitdaging. Nog leuker kan ik het niet maken toch?”
De AOb zoekt nieuwe hoofdbestuurders. Interesse?
