AOb eist bij rechter openbaarmaking van geheime brieven loonruimte
De AOb eiste vandaag bij de rechter dat het ministerie van Binnenlandse Zaken de ruimtebrieven openbaar maakt. Dit zijn 'geheime brieven' waarin staat hoeveel ruimte voor loonsverhoging het kabinet aan de werkgevers ter beschikking stelt. “Nu blijft de overheid altijd in de coulissen", zei AOb-bestuurder Douwe van der Zweep in de rechtszaal. "Het leidt tot mist en vertraging in de onderhandelingen. En het past niet bij een zelfstandige sector."
Eerdere verzoeken van de bond om de brieven openbaar te maken op grond van de Wet open overheid (Woo), werden door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninklijkrelaties (BZK) afgewezen. Daarom zaten beide partijen vandaag bij de rechtbank Midden-Nederland in de rechtszaal. Het is voor het eerst dat een onafhankelijke rechter zich buigt over de zaak.
Achterstand
De ‘geheime brieven’ moeten voor iedereen openbaar zijn, vindt de AOb. In die brieven staat wat de kabinetsbijdrage voor de arbeidsvoorwaarden is. Het ministerie deelt deze brieven alleen met de werkgevers in het onderwijs. Tijdens de onderhandelingen weten de bonden dus niet hoeveel loonruimte het kabinet ter beschikking stelt en blijft het onduidelijk of schoolbesturen deze ruimte voor loonsverhogingen ook echt voor salarissen gebruiken. Het zet de bonden op een achterstand. In 2019 sprak een meerderheid van de Tweede Kamer ook de wens uit dat de minister de brieven openbaar maakt.
Van der Zweep: “Wij willen een normaal overleg voeren. Het geheimhouden van de brieven verslechtert de onderhandelingen. De vraag is dus of de overheid ons overleg serieus neemt.” Ook voor het maatschappelijk debat is het van belang, omdat op deze manier niet goed te reconstrueren is wat de overheid ‘over heeft’ voor het onderwijspersoneel. "Daar wil je het wel over kunnen hebben, zeker in tijden van lerarentekorten.”
Het geheimhouden van de brieven verslechtert de onderhandelingen
Fair play
Woo-expert Roger Vleugels sprak ook namens de AOb. Hij noemde het ‘merkwaardig’ dat er een zitting nodig was. “Het staat haaks op wat de Woo is, dit moet openbaar zijn voor een ieder. Vroeger onderhandelde de minister zelf met de bonden over het loon, maar nu is die overheid informatieverschaffer voor één van de cao-partijen. Er is sprake van willekeur en dit is geen fair play.”
Kaartenhuis
De rechter vroeg aan de vertegenwoordigers van BZK hoe het zit. “De arbeidsverhoudingen zijn veranderd, waarom mogen de werknemers niet weten wat er in die brief staat”, zo wilde de rechter weten. Waarom is de positie van werknemers zo anders dan die van de werkgevers? Bij BZK willen ze de brieven absoluut niet openbaar maken. “We kunnen niet zomaar wijzigingen in het systeem aanbrengen”, stelt de advocaat van BZK. “Dan valt het hele systeem in de arbeidsverhoudingen als een kaartenhuis in elkaar. Dan is er dus eigenlijk geen ‘stelsel’ meer.”
De arbeidsverhoudingen zijn veranderd, waarom mogen de werknemers niet weten wat er in die brief staat?
De angst is dat de bonden alles kunnen narekenen, wat zorgt voor ‘opwaartse druk’, zo stelt een medewerker van het ministerie. Als door openbaarmaking blijkt dat er drie jaar geleden bijvoorbeeld 2 procent loonruimte was en destijds kreeg het onderwijspersoneel maar 1 procent, dan komen ze terug met dat ‘ze nog iets tegoed hebben’. Ook kan het percentage voor 2026 dan precies berekend worden, wat betekent dat er altijd een ondergrens is aan de overlegtafels. “En dan gaat het niet alleen over het onderwijs, maar in alle overheidssectoren”, aldus een andere BZK-collega tijdens de zitting. Hij benoemde vooral het financiële belang van de staat. “Dit gaat niet over peanuts”, zegt een BZK-medewerker.
De AOb-advocaat vindt dat de tegenpartij een ‘doemscenario’, schildert. “Er is geen juridische grond om werknemers deze brieven te onthouden als je kijkt naar de Woo.” Van der Zweep roept op om het arbeidsvoorwaardenoverleg serieus te nemen. “Nogmaals: haal de schimmigheden weg.”
De rechter doet over 6 weken, uiterlijk 9 mei 2024 uitspraak.