Als leerkracht Arend eerder dat hij aankan moet re-integreren, schakelt hij de AOb in.
Tekst
Hadewey van der Kamp - redactie Onderwijsblad
en
Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad
-
-
Minder dan een minuut om te lezen
Beeld: Typetank
Arend kampt al lange tijd met diverse medische klachten, waarvoor tot nu toe geen duidelijke oorzaak gevonden is. Na circa een half jaar ziekteverlof vindt zijn bedrijfsarts het tijd worden voor een start van re-integratie in lichte aangepaste taken. Arend acht dit niet haalbaar en bespreekt dit met zijn leidinggevende die helaas het advies van de bedrijfsarts wil opvolgen.
Arend start met drie keer per week 2 uur ondersteunende werkzaamheden. Dit valt hem zo zwaar, dat hij de 2 uur vaker niet dan wel volhoudt, of zelfs helemaal niet naar school kan komen. De bedrijfsarts, die volgens Arend zijn klachten niet erkent, oordeelt desondanks dat een verdere opbouw van werkzaamheden naar drie keer 3 uur per week kan plaatsvinden. De werkgever wil vasthouden aan het advies van de bedrijfsarts. Arend benadert de AOb met de vraag wat hij in zijn situatie kan doen.
Second opinion
De juridisch medewerker van de AOb raadt hem aan om bij het volgende bezoek aan de bedrijfsarts opnieuw aan te geven dat hij niet in staat is om te werken en te vragen of de bedrijfsarts contact op wil nemen met zijn huisarts voor nadere informatie. Maar de bedrijfsarts blijft bij zijn standpunt. Daarom adviseert de AOb Arend te vragen om een second opinion bij een andere bedrijfsarts. Een bedrijfsarts is verplicht daaraan mee te werken, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om dat niet te doen. Het advies van de ‘tweede’ bedrijfsarts is niet bindend, de eerste bedrijfsarts overweegt zelf of hij zijn advies naar aanleiding daarvan aanpast. Van een bedrijfsarts en werkgever mag verwacht worden dat zij hun visie omtrent re-integratie heroverwegen als een tweede bedrijfsarts tot andere adviezen komt.
Tegelijkertijd legt de juridisch medewerker een verzoek bij de werkgever neer om het verrichten van werkzaamheden op te schorten tot het oordeel van de nieuwe bedrijfsarts ontvangen is. De werkgever wijst dit af met als reden dat de aanvraag van een second opinion geen opschortende werking heeft.
Deskundigenoordeel
Dit is juist. Dit betekent dat als Arend niet op zijn werk verschijnt, zijn werkgever in het uiterste geval zou kunnen besluiten zijn loon stop te zetten. Om die reden wordt Arend geadviseerd om tevens (dus naast de second opinion) een deskundigenoordeel aan te vragen bij het UWV. Het UWV beoordeelt of het aangepaste werk dat Arend moet doen, passend is.
Gelukkig kan Arend snel bij de tweede bedrijfsarts terecht. Deze is van mening dat Arends beperkte energie alleen gericht zou moeten zijn op zijn herstel. Na overleg met de eerste bedrijfsarts stelt deze zijn advies bij en worden aan Arend door zijn werkgever voorlopig geen re-integratieverplichtingen opgelegd.
Het deskundigenoordeel van het UWV is nu niet meer nodig en de aanvraag wordt ingetrokken. Deze rubriek is gebaseerd op ervaringen uit de praktijk van de AOb-juristen. Zij helpen leden met juridische vragen.
Verder lezen? Word AOb lid!
Als lid heb je toegang tot alle content van de website. Meer over alle voordelen vind je hier.