Almere en Amsterdam concurreren om zij-instromers
Twee van de vijf grote steden lukt het niet om de afgesproken aantallen zij-instromers op te leiden. Dat staat in een evaluatie van de subsidieregeling voor zij-instromers primair onderwijs in de G5.
Schoolbesturen voor primair onderwijs in Almere, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht krijgen sinds vier jaar 36 miljoen euro subsidie om zij-instromers aan te trekken, hun begeleiding te verbeteren en de opleiding passender te maken.
Voor dit geld is ook per stad afgesproken hoeveel zij-instromers minimaal starten met de opleiding richting basisschoolleerkracht. Rotterdam en Den Haag hebben de afgesproken aantallen gehaald, schrijven onderzoekers van KBA Nijmegen, Oberon en het Kohnstamm Instituut in het lijvige eindrapport Evaluatie subsidieregeling zij-instroom po G5.
Aantallen G5 zij-instromers in drie schooljaren (2020-2021, 2021-2022, 2022-2023)
Stad | Doel | Resultaat |
Almere | 120 | 94 |
Amsterdam | 540 | 379 |
Den Haag | 360 | 392 |
Rotterdam | 318 | 381 |
Utrecht | 135 | 139 |
Bron: Evaluatie subsidieregeling zij-instroom po G5 - eindrapport, pag 57, tabel 2.5
Utrecht lukte het in 2021-2022 niet om het doel te halen, in de andere schooljaren jaren wel. Dat had met corona te maken, schrijven de onderzoekers. Amsterdam en Almere hebben geen enkel jaar de beoogde aantallen gehaald. In de hoofdstad zou dat komen door de krappe arbeidsmarkt.
In Amsterdam krijgen leraren bonussen en heeft elke school subsidie voor een conciërge, administratief medewerker of vakleerkracht gym
Almere noemt de samenstelling van de beroepsbevolking als knelpunt. De stad kent relatief weinig hoger opgeleiden, wat het potentieel aan zij-instroomkandidaten kleiner maakt. Daarnaast ervaart Almere 'oneerlijke concurrentie'. Schoolleiders zien de ‘gunstigere omstandigheden in andere steden, zoals Amsterdam, waar leraren bonussen krijgen en elke school een gemeentelijke subsidie krijgt voor vaste krachten als een conciërge, administratief medewerker of vakleerkracht gym’ als een van de oorzaken dat het niet lukt om voldoende zij-instromers aan te trekken.
De onderzoekers signaleren ook concurrentie tussen de G5 en de regio’s om die steden heen. Haagse schoolbesturen gebruiken het extra geld bijvoorbeeld voor doorbetaling van studiedagen. Dit trekt zij-instromers naar scholen in de stad, terwijl zij net zo hard nodig kunnen zijn in de regio om Den Haag heen.
Boven formatie
Wat verder opvalt is dat schoolbesturen in het rapport aangeven tevreden te zijn over de onderlinge samenwerking en de gemaakte afspraken. Tegelijk zien schoolleiders en zij-instromers afspraken over bijvoorbeeld salaris of bovenformatieve inzet - wat ruimte schept voor begeleiding - onvoldoende terug in de praktijk. Een paar voorbeeldzinnen uit het rapport:
Almere Schoolbesturen maken ‘gezamenlijke afspraken (…) over bijvoorbeeld de salarissen van zij-instromers (…). Maar: ‘Uit de focusgroep met schoolleiders komt naar voren dat schoolleiders wel ruimte krijgen toebedeeld vanuit hun bestuur om tegemoet te komen aan zij-instromers die onderhandelen over het salaris.’
Amsterdam Daar zijn ‘afspraken gemaakt tussen schoolbesturen over de salariëring en het studieverlof van zij-instromers. Bij een evaluatie (…) werd echter vastgesteld dat schoolbesturen zich niet altijd aan deze afspraken houden vanuit een concurrentie oogpunt.’
Utrecht Kent gezamenlijke afspraken tussen schoolbesturen: ‘over de begeleiding en bovenformatieve inzet van zij-instromers (…) om te voorkomen dat zij-instromers de besturen tegen elkaar uit kunnen spelen.' Dit wordt echter niet herkend door de schoolleiders 'die het beeld hebben dat er vanuit hun bestuur niet wordt samengewerkt’.
Goede begeleiding van nieuwe collega’s is essentieel
Thijs Roovers is AOb-bestuurder voor het primair onderwijs: “Voor mensen die een stap zijwaarts doen naar het prachtige vak van leraar moet je de rode loper uitrollen. Naast financiële compensatie tijdens de opleiding is goede begeleiding van deze nieuwe collega’s essentieel. Helaas is dat nou juist lastig op plekken waar er grote tekorten zijn. We kunnen onze huidige collega’s niet met nog meer werk opschepen. Dit vraagt dus om zowel landelijke als regionale afspraken hierover én dat deze worden nageleefd.”
Ben jij zij-instromer? Kom naar de AOb-bijeenkomst: Zijwaarts de klas in! Schrijf je in