Allochtonen: beter opgeleid en toch minder kans op werk
Kinderen van niet-westerse migranten presteren steeds beter in het onderwijs. Maar het blijft voor hen veel moeilijker om een baan te vinden, waarschuwt het Sociaal en Cultureel Planbureau vandaag.
Sommige oudere migranten van Turkse en Marokkaanse afkomst zijn analfabeet of hebben alleen maar de lagere school afgemaakt. Hun kinderen komen veel verder in het onderwijs, zien de schrijvers van Integratie in zicht, een nieuw rapport van het SCP over de positie van allochtonen in Nederland.
Sterker nog, gezien het opleidingsniveau van hun ouders doen de jongeren het eigenlijk net zo goed als kinderen van Nederlandse afkomst. Dat ze allochtoon zijn, heeft welbeschouwd geen invloed op hun onderwijsprestaties.
Hoge werkloosheid
Maar de werkloosheid onder niet-westerse jongeren (alle opleidingsniveaus bij elkaar) blijft hoog: 22 procent. Onder jongeren van Nederlandse komaf is dat maar negen procent. Vooral Marokkanen zijn vaker werkloos dan je zou verwachten.
Ook hebben Nederlanders van niet-westerse afkomst minder vaak een baan van hoog niveau. Daar zit bovendien weinig verbetering in. Er blijft door de jaren heen een onverklaarbaar verschil van zo’n vijf tot zeven procentpunt in het aandeel niet-westerse allochtonen in hoge functies.
Verschillen blijven groot
Al met al komt het SCP tot een gemengde conclusie. Het gaat de goede kant op met migrantenkinderen in het onderwijs en ze doen het steeds beter in het onderwijs. Maar de verschillen blijven groot, en niet alleen in het onderwijs: ook op de arbeidsmarkt.
De onderzoekers waarschuwen tegen discriminatie. “Uitsluiting kan hard of meer subtiel van aard zijn en heeft niet alleen gevolgen voor de arbeidsmarktpositie”, aldus het SCP. “Wanneer migranten het idee hebben dat zij minder of geen kansen krijgen, kan dit leiden tot frustratie, wrijvingen en een afnemende emotionele band met de Nederlandse samenleving.”