Slimme tech kan de leraar een handje helpen, niet vervangen
Bestuurders, politici en experts nemen een voorschot op grazige weiden vol technologie die de leerkracht ontlast en het onderwijs beter maakt. Terecht? Kunstmatige intelligentie kan leraren ook extra werk bezorgen en onbedoeld de regie ontnemen.
Een goed getraind taalmodel kan heus taken overnemen, zegt hbo-docent/onderzoeker Tom Naberink. Als de leerling erom vraagt, legt een computer onvermoeibaar uit hoe economische theorieën de markt verklaren. Naberink (1991) is een van de initiatiefnemers van de website aivoordocenten.com maar vooral van AI-docent Aisha. “Die is 24 uur per dag beschikbaar en kan beter differentiëren dan mogelijk is in de klas.” En improviseren? “Onze docent Artificial Intelligence stelt altijd vragen terug om het gesprek op gang te houden.” Aisha, begonnen op de betaalde afdeling van ChatGPT, verschijnt medio maart op een eigen platform met examenvakken op alle niveaus behalve wiskunde. Naberink voorziet een verdere stormachtige opmars. “In januari 2025 hoort een AI-docent bij de methode economie.” Hij heeft er contact over met uitgeverij Noordhoff.
En hoe helpt Aisha bij het lerarentekort? Naberink: “Als AI taken als tutor overneemt, wordt het mogelijk docenten efficiënter in te zetten, in een coachende rol om de leerling vaker 1 op 1 te helpen.”
Onderwijsbestuurders die willen weten hoe zoiets financieel uitpakt, kan hij nog niets voorspiegelen. Aisha begint met een individueel betaalmodel waarbij ouders contacttegoed aanschaffen voor hun kinderen. “Veel goedkoper dan bijles”, verwacht Naberink.
Minder zoekwerk
In het primair onderwijs belooft AI-assistent Tessa tijdsbesparing, als onderdeel van het aanbod van digiborden en methodes van Prowise. Na het beantwoorden van enkele vragen ligt er binnen anderhalve minuut een lesvoorstel. Niet meteen perfect, zegt productmanager Sabine Bruininx, die als leerkracht en locatieleider heeft gewerkt in het primair onderwijs. “Zo een les voorbereiden werkt veel sneller dan de anderhalf uur die een mens ervoor nodig heeft. Met vijf tot tien minuten aanpassen ben je klaar.” Dat scheelt frustraties over tijdgebrek, complexe digitale middelen en keuzestress.
En hoe is dat behulpzaam bij het lerarentekort? “Dat is aan het onderwijs zelf. AI kan leraren veel administratie en zoekwerk uit handen nemen, werk dat niet direct is gelinkt aan de kinderen.”
Eerstejaars International Business aan de universiteit Groningen krijgen sinds 2021 geautomatiseerde feedback bij de module academisch Engels, ook een vorm van AI. Hét voordeel volgens programmacoördinator Jane Mahoney: AI haalt veel voorkomende fouten eruit voordat de student werk inlevert. Dat scheelt tijd, maar taal blijft te genuanceerd om volledig aan AI over te laten. “Na een eerste check kan de docent meer aandacht geven aan ernstiger fouten in hun schrijfwerk.” Maar nee, in Groningen kan een AI-ondersteunde docent geen extra studenten aan.
(Het artikel gaat verder onder de illustratie)
Pleisters plakken
Voor Haitske de Visser was de opmars van technologie in de klas een reden om over te stappen naar een Montessorischool. “We deden taal, rekenen en spelling met Chromebooks. De leerlingen zitten wel drie uur achter zo’n scherm. Het lijkt makkelijk voor de leerkracht, maar ik ben niet in het onderwijs gegaan om het makkelijk te hebben. Voor mij werd het er niet leuker op.”
Vergis je niet, zegt ze, aantrekkelijke technologie kan de leraar onbedoeld de pedagogische regie uit handen nemen. “Digibord aan, volg de stappen, zie de scores. Dat vermindert de werkdruk, maar het is pleisters plakken. Als je het zo plat gebruikt, gaan we zaken over het hoofd zien. Dan gaat er meer achteruit dan het leesonderwijs. Je denkt dat je aan het dashboard ziet of ze de stof begrijpen, maar zo werkt het niet. Kinderen raken gedemotiveerd als ze slecht scoren, maar hebben ze een rekenfout gemaakt of snappen ze het niet?”
Hoe meer digitale middelen je inzet, hoe meer je de mens gaat missen
De Visser, ook leerkracht-onderzoeker bij het lectoraat Professionaliseren met hart & ziel van de Thomas More Hogeschool, ziet slechts een beperkte bijdrage van technologie aan de bestrijding van het lerarentekort: “Je kunt kinderen bezighouden door technologie in te zetten en dat kan dan in grotere groepen, een vorm van opvang. Maar er zijn ook kinderen die daar minder focus voor hebben. Dan gaan ze snel invullen om ervan af te zijn, ze maken fouten. Dat zie je als je echt persoonlijk met de kinderen bezig bent. Een systeem is nooit een mens, het blijft een systeem. Hoe meer digitale middelen je inzet, hoe meer je de mens gaat missen. Natuurlijk gebruik ik ook digitale middelen, je kunt niet zonder en je zou de leerlingen iets ontnemen door ze te verbannen. Maar het is geen middel om alles op te lossen.”
De Onderwijsraad keert zich al langer tegen het idee dat technologie vacatures kan vervullen. De conclusies uit een rapport uit 2022 zijn eind 2023 nog eens herhaald in een analyse van het lerarentekort: de nieuwe middelen maken sommige zaken eenvoudiger en andere juist complexer. Voorzitter Edith Hooge: “Als je nieuwe technologie inzet, heb je misschien nog wel meer leraren nodig om die complexe vorm van onderwijs te geven. Sociaal contact, interactie en pedagogische sensitiviteit blijven nodig.”
Sociaal kwetsbare kinderen zitten op de scholen waar het lerarentekort het grootst is. We weten dat die kinderen het minst profiteren van digitale middelen
Dat AI-producten nakijkwerk uit handen nemen klinkt als tijdwinst, maar daar staan nadelen tegenover, stelt Hooge. “Sociaal kwetsbare kinderen zitten op de scholen waar het lerarentekort het grootst is. We weten dat die kinderen het minst profiteren van digitale middelen. Houd dus rekening met de digitale kloof. Ook bij vwo-leerlingen die thuis veel steun krijgen blijft de normale aandacht nodig om technologie doordacht in te zetten.”
Hogere verwachtingen
En toch, zegt Susanne Unck, kan technologie veel betekenen in het onderwijs. “Makkelijker samenwerken in bestanden in plaats van erover te vergaderen. Snel contact met ouders. Minder administreren. Met de oplossingen van nu blijft het tekort bestaan: minder uren, onbevoegden, een methode die alles voorkauwt. Maar niemand wil leraar worden om alleen uit te voeren wat in een boekje staat.”
Unck verliet het primair onderwijs precies om die reden: niet uitdagend genoeg. Ze is nu programmamanager bij het groeifondsproject Impuls Open Leermateriaal. Dat programma helpt leraren kwalitatief goed open leermateriaal te ontwikkelen en te gebruiken, gedeeld via Wikiwijs. Leraren met een eigen visie op hun vak en de kwaliteit van materialen vinden er extra aanbod dat ze kunnen aanpassen. “Dat kost zeker tijd, maar als je school kwaliteit belangrijk vindt dan zetten mensen zich graag in. Maak het vak aantrekkelijker door hoge verwachtingen te hebben, niet alleen van de leerlingen maar ook van de leraren.”
Technologie biedt geen snelle en makkelijke oplossingen, maar wel kansen als de school bewuste keuzes maakt vanuit een visie
Een gouden ei voor de oplossing van het lerarentekort is er niet, benadrukt Unck, maar het zou zonde zijn om alles weg te gooien wat het onderwijs in coronatijd heeft ontwikkeld en geleerd. “Technologie biedt geen snelle en makkelijke oplossingen, maar wel kansen als de school bewuste keuzes maakt vanuit een visie.” Ze noemt het project Digiteach, dat AI-lesinstructies taal en rekenen biedt: inzetbaar in alle gevallen waar een assistent of ondersteuner een klas opvangt.
“Als we geen digitale middelen hadden”, overweegt directeur Ron de Bruijn van basisschool De Venen in Reeuwijk, “dan was het tekort net zo groot. Wij gebruiken Snappet, daar hebben we veel aan gehad toen de kinderen tijdens corona thuis moesten leren. Ik heb nog nooit een groep naar huis hoeven sturen, maar het zou dan kinderen aan de gang kunnen houden.”
Ict kan geen vervanger zijn voor de gidsfunctie van de leerkracht die de werkelijkheid duidt
En structureel menskracht vervangen? De Bruijn: “Een leraar plus technologie twee klassen laten doen, daar geloof ik niet in. De leraar in beeld op het digibord terwijl een assistent orde houdt, dat werkt evenmin. Onderwijs is een relatiegestuurd vak. Ict kan geen vervanger zijn voor de gidsfunctie van de leerkracht die de werkelijkheid duidt. Applicaties verrijken het onderwijs, maar niet als vervanging. En hoewel Snappet corrigeert en daarmee tijd bespaart, moet je al die data wel analyseren om te weten hoe de kinderen het doen. Ik gaf zelf tot 1998 les met schriftjes en een krijtbord. Een leerkracht nu is net zoveel tijd kwijt als in de periode voordat ik directeur werd.”