Alle

Af en toe heeft het zin om iemand te matsen

Na een tamelijk losbandig bestaan besloot Laurensz Rötgers dat hij toelatingsexamen wilde doen voor de studie Nederlands, schrijft hij in zijn Onderwijsblad-column. Dat bracht hem uiteindelijk het leraarschap. Mede dankzij dr. Muyres, die net het juiste zetje gaf en hem een wiskunde-examen bespaarde. "En daarom wil ik op deze plek toch nog even zeggen: dankjewel."

Tekst Laurensz Rötgers - - 3 Minuten om te lezen

Lau7 kopieeren

Typetank

Zelf ben ik een schoolverlater uit de tijd dat er nog geen VSV-cijfers bestonden. Ik liep weg van school en van huis tijdens de proefwerkweek en dat was dat. Ik was 16 en daarmee niet meer leerplichtig.

Een heel poosje leefde ik een tamelijk losbandig bestaan, maar onder invloed van een verstandige geliefde kwam ik rond mijn tweeëntwintigste wat bij zinnen en besloot te gaan studeren. Dat bleek zonder middelbareschooldiploma geen gemakkelijke opgave, maar omdat ik 21-plus was, was er de mogelijkheid van het colloquium doctum oftewel het toelatingsexamen. Omdat ik journalist wilde worden en van lezen hield, besloot ik Nederlands te gaan studeren. 

Dit artikel staat in het Onderwijsblad. Wil jij het blad ontvangen? Word lid!

Op de Radboud Universiteit in Nijmegen maakte ik een afspraak met iemand van de toelatingscommissie die moest bepalen hoe het toelatingsexamen eruit zou zien. Een wat nors kijkende Limburger bekeek mij en mijn meegebrachte cijferlijst uit 5 vwo met enige argwaan en bromde: ‘Je moet examens doen in Engels en Nederlands natuurlijk, verder twijfel ik nog tussen geschiedenis en wiskunde.’ 

Ik had overal op gerekend, maar niet op een toelatingsexamen wiskunde. Ik piepte dan ook: ‘Hoezo eigenlijk wiskunde?’

Ik had overal op gerekend, maar niet op een toelatingsexamen wiskunde. Ik piepte dan ook: ‘Hoezo eigenlijk wiskunde?’ Mijn angstzweet moet in het kleine vertrekje duidelijk merkbaar aanwezig zijn geweest. ‘Tja, als je de taalkunde in wil, dan kan het wel nuttig zijn’, merkte mijn gesprekspartner op. ‘Ik geloof dat ik liever wat meer de letterkunde in ga’, sprak ik zo koeltjes mogelijk, hoewel ik op dat moment geen idee had wat het onderscheid was tussen beide disciplines. 

‘En wiskunde was nou ook niet bepaald je favoriete vak, zo te zien’, wees hij op mijn cijferlijst. ‘We maken er geschiedenis van.’ Er volgde een stempel en een handtekening en met een kort hoofdknikje verliet hij het vertrek, mij verbluft en opgelucht achterlatend.  

Er volgde een stempel en een handtekening en met een kort hoofdknikje verliet hij het vertrek, mij verbluft en opgelucht achterlatend

Ik slaagde voor de toelatingstoetsen en behaalde wat moeizaam het bachelordiploma, inclusief een tweedegraads lesbevoegdheid. Mijn norse toelatingsofficier bleek een vrij jolige docent Vlaamse Letterkunde, aan wie ik prettige herinneringen bewaar. Na de bachelor was mijn geld erg op en ging ik lesgeven. Journalist ben ik nooit geworden. 

Toen ik mij onlangs inschreef voor de eerstegraads educatieve master kreeg ik een kort zakelijk briefje waarin werd vermeld dat mijn vooropleiding een drempelloze toelating tot deze master gaf. Dat was een geruststellende mededeling en ik ben blij dat ik niet andermaal een toelatingsexamen hoef te doen. Maar ik dacht nog eens terug aan dr. Muyres en zijn schijnbaar achteloze beslissing mij niet op te zadelen met een toelatingsexamen wiskunde. Want ik ben er vast van overtuigd dat ik dan die hele studie nooit gedaan zou hebben. En daarom wil ik op deze plek toch nog even zeggen: dankjewel.

Zo zie je maar dat het af en toe zin heeft om iemand te matsen.