Alle

Acties gaven Tamar van Gelder als AOb-voorzitter 'een geweldige energie’

Voorzitter Tamar van Gelder vertrekt bij de AOb en stapt vanaf 1 oktober over naar de Stichting Lezen. “Voor acties tegen bezuinigingen van het nieuwe kabinet mogen jullie me altijd bellen.”

Tekst Rob Voorwinden - Algemene Onderwijsbond - - 7 Minuten om te lezen

Tamar2

Tamar van Gelder in actie bij de Haagse Hofvijver, tegenover het Torentje van toenmalig premier Mark Rutte. Foto Rob Niemantsverdriet

Je zat bijna acht jaar in het AOb-bestuur, waarvan vier jaar als voorzitter. Beviel het?
“In één woord: geweldig. Je komt overal, zeker ook op scholen, en je kunt in het bestuur en als voorzitter van de AOb echt van betekenis zijn.”

Je moet wel van vergaderen houden.
“Ik doe twee keer per week aan spinning, dus ik werk aan mijn uithoudingsvermogen. Dat komt ook bij het vele vergaderen van pas. Bijvoorbeeld om cao-onderhandelingen eindeloos te verlengen tot een resultaat waar je mee kan thuis komen. Of nou ja, eindeloos: in elk geval langer dan de tegenspeler aan kan.” 

We gaan nóg meer de professionele stem van de beroepsgroep laten horen

Hoe doe je dat?
“Altijd nog een extra vraag stellen. ‘Hoe zit dit nu precies?’ ‘Begrijp ik het nu goed als je zegt…’, waarbij je natuurlijk altijd je strategie in de gaten moet houden. Wat wil je bereiken, welke partijen heb je daarbij nodig, wat is je ruimte en wanneer ben je tevreden.” 

Over ‘tevreden’ gesproken: in je welkomst-interview als voorzitter zei je dat het grootste probleem van de komende jaren het lerarentekort zou zijn.
“Ja, en dat is nog steeds niet opgelost.” 

Word je daar niet moedeloos van?
“Dat is niet mijn stijl. En er zijn ook best oplossingen voor dat tekort: we hebben gewoon nog niet alles uit de kast getrokken. Zo zijn er nog steeds veel beginnende leraren die, doordat ze onvoldoende worden begeleid, het onderwijs snel weer verlaten. Het onderwijs lekt dus nog steeds. Verder zijn er nog teveel drempels voor zij-instromers. Hun inkomen gaat, zeker tijdens hun opleiding tot leraar, behoorlijk achteruit. En het vooruitzicht van de langstudeerboete maakt een studie tot leraar ook niet aantrekkelijker.” 

Frustrerend?
“Ja. Zeker als ik dan zie dat schoolbesturen zich bij het lerarentekort neer lijken te leggen, en het tekort ‘oplossen’ door bijvoorbeeld studenten voor de klas te zetten. En natuurlijk kun je als school niet groot op je gevel zetten dat je een lerarentekort hebt, want dan gaan de nieuwe leerlingen naar een concurrent die daar níet mee te koop loopt. Maar dat moet geen excuus zijn om niets te doen of om het vak van leraar te ondermijnen. Echt: er valt wél iets aan het tekort te doen. Het is geen natuurverschijnsel.” 

Wat was jouw belangrijkste moment, in het AOb-bestuur?
“Eén van de belangrijke momenten voor de AOb was de samenwerking met PO in Actie. Dat was een enorm succesvolle groep die, een paar jaar geleden, in actie kwam tegen het salarisverschil tussen primair onderwijs en voortgezet onderwijs. PO in Actie heeft ons toen hardhandig wakker geschud, maar daar hebben we wel heel goed op gereageerd: we zijn samen verder gegaan. Met als resultaat dat de loonkloof nu dicht is. En eén van de voormannen van PO in Actie, Thijs Roovers, is nu bestuurder bij ons. En hij gaat mij opvolgen.” 

Je was ook voorzitter in corona-tijd.
“Dat was bizar. Op een middag zaten wij met vertegenwoordigers uit alle onderwijssectoren én twee ministers hutje mutje in een zaaltje, en een paar uur later werd de anderhalve meter-maatregel afgekondigd. Het was voor ons als AOb ook steeds jongleren met de wensen van onze leden: grofweg de helft wilde dat de scholen gesloten zouden worden, de andere helft wilde gewoon doorwerken.” 

Het steekt me dat we voor leraren met long covid nog teeds geen fatsoenlijke compensatie hebben kunnen afspreken

Diverse leraren hielden er long covid aan over.
“Het steekt me dat we voor hen nog steeds geen fatsoenlijke compensatie hebben kunnen afspreken. We doen enorm ons best, maar Den Haag wil er niet aan. Dat vind ik echt heel pijnlijk.” 

Over pijnlijk gesproken: er moest gereorganiseerd worden bij de AOb.
“Door corona hadden we leden verloren. Mensen waren twee jaar lang ook met andere zaken bezig dan met lid worden van een vakbond. Inmiddels gaat het weer goed met de ledenaantallen, maar we hebben die reorganisatie aangekondigd zonder goed oog te houden voor de uitdagingen die dit vormt voor onze medewerkers. Dat reken ik me aan.” 

Begin september stond je op het podium tijdens een actie in Utrecht, tegen de bezuinigingen op het hoger onderwijs. Zal je het actievoeren missen?
“Absoluut. Ik heb grote acties meegemaakt, in een vol Zuiderpark en op een vol Malieveld. En hele kleine acties tijdens corona, toen we met een paar mensen en een opblaasbare roze olifant bij de Tweede Kamer stonden. Bij elke actie werk je samen naar één moment toe, een moment waarop je laat zien waar je voor staat. Dat geeft een geweldige energie.” 

Acties op de Dam tijdens de onderwijsstaking van eind januari 2020. Foto Fred van Diem

Een vakbond is meer dan staken: we gaan ‘krachtig verenigen’.
“Ja, dat is een nieuwe koers waarbij we ook acties van onderop gaan voeren. Niet alleen landelijk, op het Malieveld, maar ook zorgen dat leden elkaar gaan vinden op school of in de regio. En we gaan nóg meer de professionele stem van de beroepsgroep laten horen. Want voor goed onderwijs is een sterke verenigde beroepsgroep van leraren nodig.” 

Goede leraren alléén zijn niet genoeg?
“Bevoegde leraren zijn een basisvoorwaarde. Maar we zien dat die leraren de afgelopen jaren steeds meer uitvoerder zijn geworden van zaken die door anderen bedacht worden. Dat moet anders. Een ziekenhuisdirecteur zegt ook niet tegen een internist: ‘Bij deze patiënt kan je beter een MRI maken dan een echo’? Ja, daar kan je om lachen, maar dat is in feite wat er in het onderwijs gebeurt. Geef de leraar z’n vak terug. Hij of zij is de professional.” 

Wat is het sterkste punt van de AOb?
“Onze verenigingsstructuur. Met 83 duizend leden, met bestuurders en consulenten in alle onderwijssectoren, met een sterk kader en een sterke verenigingsdemocratie, die wordt ondersteund door bevlogen en vakkundige medewerkers in de AOb-organisatie. Dat maakt dat je als voorzitter tijdens onderhandelingen en in gesprek met de minister met zekerheid kunt zeggen: dit is wat de mensen in het onderwijs willen.” 

Waarom ga je eigenlijk weg?
“Ik wilde net voor mijn 50-ste verjaardag nog iets anders gaan doen. En als bestuurder kan je slechts een bepaalde tijd kleur aan je vereniging geven. Na vier jaar voorzitterschap gun ik de AOb een voorzitter met een nieuwe kleur.” 

Je wordt voorzitter van Stichting Lezen.
“Het is van cruciaal belang voor de samenleving dat kinderen weer leesplezier krijgen. Met een boek ben je meteen in de belevingswereld van iemand anders. Je ziet en voelt hoe andere mensen in de wereld denken - van Kazachstan tot New York. Dat lukt je niet met Tiktok. Door te lezen leer je de wereld beter begrijpen” 

Als leraar moet je de ruimte hebben om actuele maatschappelijke problemen in je klas aan te kaarten

Is lezen en onderwijs dan de oplossing voor de problemen in de samenleving?
“Onderwijs kan niet alle problemen oplossen, maar is wel de basis van alle oplossingen. Onderwijs brengt je kennis bij, en begrip voor een ander. Ik maak me grote zorgen omdat het nieuwe kabinet onderwijs vooral lijkt te zien als kostenpost, in plaats van als investering in mens en maatschappij. Het kabinet wil een miljard bezuinigen op hoger onderwijs, terwijl er bijvoorbeeld echt innovaties nodig zijn om de energietransitie te laten slagen. En er voldoende verpleegkundigen nodig zijn om goede zorg te blijven bieden.” 

Het nieuwe kabinet wil ook graag bepalen wat er in de klas gebeurt.
“Ja, in het Hoofdlijnenakkoord wordt er gesproken over neutraal onderwijs. Maar dat bestaat helemaal niet, want wie bepaalt er wat neutraal precies is? Bovendien moet je als leraar de ruimte hebben om actuele maatschappelijke problemen in je klas aan te kaarten. Het tegengaan van polarisatie begint in de klas.” 

Blijf je de AOb volgen?
“Tijdens acties zal ik niet meer op het podium staan. Maar wel in het publiek, achter een spandoek. Als het de komende tijd tot acties tegen de bezuinigingsplannen van het kabinet komt: reken dan op mij.”