Tuchtklacht tegen accountants inspectie grotendeels ongegrond, wel waarschuwing
Een tuchtklacht tegen twee accountants van de Onderwijsinspectie die onderzoek deden naar een omstreden vastgoedconstructie bij de scholen voor persoonlijk onderwijs (SvPO, nu PVO) is grotendeels ongegrond verklaard. Wel hebben ze een waarschuwing gekregen van de Accountantskamer, die vindt dat ze op sommige onderdelen tekortgeschoten zijn.
Pixabay
Voorjaar 2022 concludeerde de Onderwijsinspectie in een serie rapporten dat er bij de SvPO-scholen sprake was van financieel wanbeheer. Onder leiding van toenmalig bestuurder en mede-oprichter Misha van Denderen waren onderwijsgeld en ouderbijdragen aangewend voor nieuw- en verbouw van vier schoolgebouwen. Dat publiek gefinancierde vastgoed was in juridische handen van een private ‘steunstichting’, waarvan hij ook bestuurder was. De inspectie deed aangifte en onder grote politieke druk moest Van Denderen opstappen. Het Openbaar Ministerie seponeerde de zaak nadat het vastgoed via een vaststellingsovereenkomst was overgedragen aan de schoolstichting. De inspectie spande ook een zaak aan bij de Accountantskamer tegen de voormalige SvPO-accountant, die vorig jaar door de tuchtrechter een halfjaar geschorst werd.
De accountants hebben in belangrijke mate de feiten voldoende zorgvuldig en vakbekwaam vergaard
Op zijn beurt diende Van Denderen een klacht in tegen twee accountants van de inspectie, die betrokken waren bij het vastgoedonderzoek. Naar de uitspraak is lang uitgekeken, de zitting was in mei vorig jaar. Van de 28 klachtonderdelen die de Accountantskamer beoordeelde, zijn er twee gegrond en één deels gegrond verklaard. De accountants ‘hebben in belangrijke mate de feiten voldoende zorgvuldig en vakbekwaam vergaard en vervolgens standpunten ingenomen die op deze feiten kunnen worden gebaseerd. In het omvangrijke rapportageproces zijn zij op enkele onderdelen tekortgeschoten.’
Financieel voordeel
De Accountantskamer tikt de inspectie-accountants wel op de vingers over de conclusie dat Van Denderen financieel voordeel zou hebben behaald uit de financiële constructies. In haar rapporten schrijft de inspectie dat twee private stichtingen bevoordeeld waren, maar dat rechtvaardigt volgens de tuchtrechter nog niet de conclusie dat bestuurder Van Denderen zelf financieel voordeel had. ‘Met de samenvattende conclusie hebben betrokkenen in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.’ De inspectie wil nog niet reageren en laat weten de uitspraak te bestuderen.
De Accountantskamer velt geen oordeel over de rechtmatigheid van de vastgoedconstructies, maar beoordeelt of accountants hun werk hebben gedaan volgens de regels en procedures die daarvoor gelden. In de tuchtzaak vuurde Van Denderen een uitvoerige lijst van kritiekpunten op de rapporten af. Veruit de meeste klachten konden de tuchtrechter niet overtuigen. ‘Naar het oordeel van de Accountantskamer hebben klagers niet aannemelijk gemaakt dat het door de inspectie gemaakte verwijt van financieel wanbeleid onterecht is.’
