40 procent eerstejaars aan universiteit komt uit buitenland
Nederlandse hogescholen en universiteiten zijn nog steeds erg in trek bij internationale studenten. Bij de universiteiten komt dit collegejaar zelfs 40 procent van de eerstejaars niet uit Nederland. Op hbo-instellingen is dat één op de vier. De werving van buitenlandse studenten staat haaks op het geklaag van universiteiten over de groei.
De afgelopen 16 jaar is het aantal internationale studenten sterker gestegen dan het aantal Nederlandse studenten, blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS. De coronacrisis heeft (waarschijnlijk vanwege de online lessen) een verdere toename niet afgeremd.
Ruim 42 duizend van de 115 duizend internationals studeren voor het eerst in Nederland. Dat is één op de vier eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs. Aan de universiteit komt 40 procent van de nieuwe studenten uit het buitenland.
Dit collegejaar studeren er 80,4 duizend internationale studenten aan de universiteiten ten opzichte van 34,8 duizend op de hogescholen. Vooral Europese studenten weten het Nederlandse onderwijs goed te vinden: in 2005/2006 kwam 63 procent van de internationals uit Europa en dit collegejaar is dat maar liefst 76 procent. De instroom van Duitse studenten is de afgelopen jaren ongeveer gelijk gebleven. Er kwamen vooral meer studenten uit andere Europese landen naar Nederland.
Grafiek door Hoger Onderwijspersbureau (HOP). Brondata: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Populaire studies
In het hbo trokken opleiding op het gebied van recht, administratie, handel en zakelijke dienstverlening de meeste studenten uit het buitenland. Maar ook vormgeving, kunst en talen waren populair, net als vorig collegejaar. Aan de universiteit trokken studies in de richtingen van journalistiek, gedrag en maatschappij de meeste internationals.
Beteugelen
Universiteiten presenteren zich de laatste jaren als slachtoffer van hun eigen succes, schreef het Onderwijsblad in december. De werkgeversorganisatie Universiteiten van Nederland (voorheen: VSNU) lobbyt al vier jaar voor meer wettelijke mogelijkheden om de stroom internationale studenten in te dammen. Tegelijk blijven blijven private aanbieders van dure schakelprogramma’s die buitenlandse havisten binnenbrengen, welkom op de campus, constateerde onderzoeksjournalist Yvonne van der Meent.
Studeren in Nederland is te aantrekkelijk. Nederlandse universiteiten staan hoog in de internationale rankings, het collegegeld voor EU-studenten is schappelijk en er zijn nauwelijks instroombeperkingen. Omdat er binnen Europa vrij verkeer van personen is, kunnen universiteiten EU-studenten die aan de toelatingseisen voldoen, niet weigeren. De enige optie die universiteiten nu hebben, is een studentenstop instellen bij populaire studies. Maar daar zijn Nederlandse studenten dan ook de dupe van.
Niet eenvoudig
Universiteiten willen daarom de mogelijkheid om alleen het aantal studieplaatsen bij de Engelstalige opleidingsroutes te beperken. Daarvoor vonden zij gehoor bij demissionair minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven. Maar het wetsvoorstel dat een numerus fixus voor Engelstalige tracks mogelijk maakt ligt door de val van het kabinet al bijna een jaar op de plank. De nieuwe onderwijsminister Dijkgraaf is ook voorstander, maar hij waarschuwt dat het wettelijk niet zomaar geregeld is. Het “nieuwe instrumentarium” zal voor het eerst beschikbaar zijn in het studiejaar 2023/2024.
Lees ook: Werving buitenlandse studenten staat haaks op geklaag over groei